De inkomens van bestuurders van beursgenoteerde Nederlandse bedrijven zijn geëxplodeerd. Hoe kan dat? 

Zijn topbestuurders opeens veel productiever en slimmer geworden? Dragen ze meer verantwoordelijkheid? Dat zou de toegenomen afstand tussen de hoogste managers en de werkvloer rechtvaardigen.

De werkelijkheid is prozaïscher. Geef een bestuursvoorzitter van een grote beursgenoteerde onderneming gratis aandelen en opties en bizarre uitkomsten zijn gegarandeerd.

Jan Bennink bijvoorbeeld, bestuursvoorzitter van voedingsconcern Numico, zag
het verschil tussen zijn eigen beloning en die van de gemiddelde
Numico-werknemer in drie jaar oplopen van 67 naar 211. Het gros van deze
stijging kwam op conto van opties die Bennink in 2003 kreeg. Die mocht hij
voor het eerst verzilveren in 2006 verzilveren tegen een uitoefenprijs van
10,71 euro. Afgerekend tegen de laagste koers van Numico van afgelopen jaar
– 32,92 euro – was dit pakket in 2006 minimaal 6,6 miljoen euro waard.

Dat Bennink een dikke bonus verdient, zullen weinigen betwisten. Toen hij in
mei 2002 aantrad, zat de maker van Bambix en Olvarit diep in de problemen.
Binnen twaalf maanden stelde Bennink orde op zaken. Hij haalde de bezem door
de hoogste managementlaag, verkocht de noodlijdende Amerikaanse dochter
Rexall Sundown, loste schulden af en zorgde ervoor dat Numico zich weer ging
concentreren op waar het al goed in was: baby- en ziekenhuisvoeding.

Maar de waarde van het optiepakket dat Bennink in 2003 kreeg, heeft
weinig te maken met zijn toenmalige prestaties. De verkrijgingsprijs van
10,71 euro die in mei 2003 werd vastgeprikt was extreem laag. Toen Bennink
twaalf maanden eerder aantrad stond de koers van Numico 15 euro hoger.

Bennink presteerde tussen mei 2002 en mei 2003 uitstekend, maar kreeg de
handen niet op elkaar bij beleggers. De reden van de extreme koersdaling?
Het aandeel Numico werd meegezogen in de algehele beursmalaise die de
schandalen rond Enron (december 2002), Ahold (februari 2003) en de start van
de oorlog in Irak (maart 2003) veroorzaakten. Een toevalligheid die Bennink
een goedkoop optiepakket gaf. Drie jaar later bleek het extreem lucratief.

Contrast met Goddijn van TomTom

Het contrast met TomTom-topman Harold Goddijn is treffend. Als enige van de 25
AEX-bedrijven, kreeg Goddijn afgelopen jaar geen gratis aandelen en opties.
De bestuursvoorzitter van Tomtom was zodoende nog geen vijf zo keer duur als
de gemiddelde werknemer.

Zielig is Goddijn niet. Als een van de grondleggers van de maker van
autonavigatiekastjes profiteerde Goddijn in 2005 volop van de beursgang van
Tomtom. Daarmee werd hij in een klap een halve miljardair. Goddijn
investeerde eigen geld, nam risico en won.

Was TomTom geen succes geworden, dan had Goddijn de pijn zelf gevoeld.
Zo’n prikkel ontbreekt veelal bij regelingen als die van Bennink. Wie gratis
aandelen krijgt, bovenop een stevig bassissalaris en een contante bonus,
loopt hooguit een deel van het toetje mis, als de beurskoers niet in de
gewenste richting beweegt. Zo'n loterij zonder nieten is uiteraard prettig
voor de deelnemers. Met ondernemerschap heeft het weinig te maken.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl